Zondag 24 augustus 2014, twee weken geleden moest ik de tocht richting Wageningen uitstellen vanwege de harde wind. Dit keer stond er minder wind, maar de kans op buien was vandaag zeker geen nul. De afgelopen weken heb ik 2 fietstochten en 2 wandelingen met Margriet kunnen maken van het Trekvogelpad ondanks dreigende buien en alle 4 keren is het goed gegaan. Vandaag zal ik de weergoden opnieuw uitdagen …
Uit het bekende boekje van vorige keer pak ik de Wolfhezetocht, ik had hem al ingetekend voor de GPS, dus dat scheelt weer. Omdat ik de Wolfhezetocht pas in Oosterbeek oppak heb ik voor de heenweg een mooie route uitgezet door de bossen naar Oosterbeek. Er zal weer het nodige klimwerk inzitten. Het eerste stuk van de route gaat vanaf Laag-Soeren richting de Posbank. Er zijn opvallend veel wielrenners en mountainbikers op de weg. Ver voor de Posbank pak ik het fietspad richting de Imbosch om na verloop van tijd bij de A50 uit te komen en daar de fietsbrug te pakken naar de overkant. Het is allemaal vrijliggend fietspad, af en toe kruis je een weg en je komt uiteindelijk bij de Airborne begraafplaats in Oosterbeek uit. Hier even een rustpauze en een kort bezoek aan de begraafplaats.
Even verderop pak ik de eigenlijke route op van 49 km. Door de bossen gaat het richting Renkum, via de Italiaanseweg. Als ik op wat meer open terrein kom dan zie ik dat de stapelwolken in het westen toch wel flink aan het groeien zijn. Bij de Rijn wordt het even kijken aan welke kant ik langs de A50 de overkant kan bereiken. Uiteraard gok ik verkeerd. Op de brug een mooi uitzicht, als automobilist heb je dit niet vanwege de schermen. Nu echter kan ik vrij naar het zuidoosten kijken en zie de heuvelrug ten zuidoosten van Nijmegen; ook de nieuwe brug bij Nijmegen over de Waal, de Oversteek, kan ik duidelijk zien.
Aan de overzijde van de Rijn kom ik in Heteren en fiets ik via de dijk langs de rivier naar het westen. In de verte zie ik het de lichtmasten van het voetbalstadium van Wageningen op de Wageningse Berg. Maar ik zie nog meer, opkomende buien vanuit het westen. Aan deze kant van de Rijn is alles open, dus het wordt zaak om zo snel mogelijk bij de veerboot te komen; het Lexkesveer, aan de oostkant van Wageningen, welke mij moet overzetten. Als ik 5 km verderop bij de boot kom heb ik mazzel, ik rij mijn fiets de boot op en de boot vertrekt. De regengordijnen uit het westen komen snel dichterbij. Als ik aan de overkant de boot af fiets vallen de eerste druppels. Het begint direct stevig te regenen. Er is wel een bushokje, maar je staat daar volop in de wind. Dat betekent een douchecabine met alleen stromend koud water. Honderd meter verderop is de bosrand, dan maar onder de bomen schuilen, ik heb geen regenkleding meegenomen. Er schuilen al een paar mensen. Als ik aankom stop ik eerst het fietsshirt met lange mouwen in de tas, dan heb ik straks nog semi droge kleren. Over het shirt met korte mouwen trek ik mijn windjack aan. Het windjack is echter niet waterdicht, anders hadden ze het wel regenjack genoemd. Op gegeven moment regent het onder bomen net zo hard als in het open veld. Ik wordt zeiknat en probeer in ieder geval mijn lange fietsbroek en schoenen nog een beetje droog te houden, dat lukt aardig goed. Na een minuut of 20 wordt het bijna droog. Wat een kloteweer, ach ja ik heb weer het nodige risico genomen en je kunt niet 5 keer achter elkaar geluk hebben. Wie zijn kont verbrandt moet op de blaren zitten, in dit geval op een nat zadel zitten. Ik hoop stilletjes dat straks op de Ginkelse hei het zonnetje schijnt en ik weer wat kan bij drogen. Als ik weg fiets heb ik het de eerste meters stervenskoud. Door de bossen gaat het, ten oosten van Wageningen, verder in noordelijke richting, bij het intekenen voor de GPS heb ik een zandweg ingeruild voor een betonnen fietspad, ben ik even blij. Verderop begint het opnieuw te regenen, maar dit keer valt het mee. Er zit niets anders op dan door te fietsen, met de fiets op de trein naar huis is geen optie, ik heb mijn ov-chipkaart en pinpas thuis laten liggen. Ook mijn identiteitsbewijs ligt thuis, dat betekent een beetje opletten bij de stoplichten straks tussen Arnhem en Dieren
Als ik bij de spoorbaan ten oosten van Ede kom zie ik al flinke opklaringen in het westen en die kant moet ik op. Bij het station Ede breekt de zon echt goed door, ik verwissel mijn windjack en mijn natte shirt voor mijn klamme shirt met lange mouwen. Nu zorgen dat ik aan de noordkant van Ede uitkom en dan de Ginkelse hei op. Toch nog een mazzeltje, het zonnetje is mij goed gezind, op de Ginkelse heide even een rustpauze, precies op het fietspadkruispunt waar ik verleden jaar op een vroege zaterdagochtend een stop maakte op weg naar Amsterdam. Verderop bij de schaapskooi is een vliegerfeest aan de gang, ook maar even een stop gemaakt. Niet te lang blijven hangen, want in het westen lijkt opnieuw de lucht te betrekken. Aan de andere kant zal het me ook een rotzorg zijn, ik ben daarna toch vrij snel weer in Oosterbeek en dan nog een klein stukje naar Dieren.
Weer verder over de oostkant van de Ginkelse Heide naar het zuiden, onder de A12 door kom ik weer bij de spoorbaan uit. Met een mooi fietspad gaat het richting Wolfheze. In Wolfheze pak ik de Duitsekampweg. Dit heeft niets met de Tweede Wereldoorlog te maken, maar met de eerste; tussen 1915 en 1917 was er in verband met de Eerste Wereldoorlog was er een kamp voor Duitse geïnterneerden. Op fietstochten in het verleden ben ik hier vaak langs geweest, een beetje een déjà vu-gevoel. Nog een klein stukje en ik ben weer in Oosterbeek.
De laatste etappe naar huis doe ik niet over de Veluwe, ik heb genoeg geklommen voor vandaag. Margriet rijdt op haar elektrische fiets in een uur van Oosterbeek naar Dieren, dat zal mij niet lukken op het laatste stuk, ik begin mijn benen wel te voelen. Ik besluit min of meer langs de spoorbaan naar Arnhem te rijden, je hebt dan een paar mooie fietspaden en geen last van autoverkeer en het autoverkeer heeft geen last van mij. Bij Mariëndaal heb ik nog een mooie laatste klim. Inmiddels komt er vanuit het westen weer een stevige bui opzetten, waarschijnlijk het resultaat van de dreigende lucht welke in op de Ginkelse Heide al in het westen zag. Je kunt inmiddels wel stellen dat de zomer na de eerste week van augustus het hazenpad heeft gekozen, het schijn zelfs de koudste augustus te worden na 1993. Als het begint te regenen heb ik een mooie schuilplaats. Ik sta onder een boom waarvan de stam in een soort van S-bocht omhoog groeit, ik sta mooi droog en drink onderwijl een warme bak thee uit mijn thermosfles. Als het droog wordt rij ik via Heienoord Arnhem in en fiets ik bovenlangs naar het Centraal Station van Arnhem.
Van Arnhem naar Dieren rij ik weer in het zonnetje, maar ten noorden van Dieren trekt een mooie dreigende lucht langs waar ik geen last meer van heb. Thuis duurt het niet lang of er passeert een volgende flinke bui, waarin ook nog hagel zit. Ik stap nu onder een warme douche. Als ik later de GPS uitlees blijk ik toch nog meer dan 600 meters geklommen te hebben, het is de eerste tocht dit jaar in de categorie 100+.