Het stond al een tijdje op de planning, om met de fiets in de avond in Amsterdam te starten en dan naar huis in Dieren te fietsen. Woensdag 3 augustus was het zo ver. Er zou weinig wind zijn en voor zo ver deze aanwezig was zou ze uit het zuidwesten komen.
’s Avonds na het eten de fiets met voldoende proviand op de trein gezet richting Amsterdam. Zeker voldoende drinken was belangrijk vandaag, want de temperatuur heeft overdag de 30 graden weer gepasseerd. Naar Amsterdam met de trein vanaf Dieren is goed te doen met iets meer dan anderhalf uur met een overstap in Arnhem.
Vanaf Amsterdam ging de fietsroute regelrecht door Diemen richting Muiden en vervolgens langs de A6 en de Flevolijn naar Zuidelijk Flevoland. In Muiden hield ik mijn eerste pauze om wat te eten en te drinken. De zon was inmiddels ondergegaan, wat nog een paar mooie avondlucht foto’s opleverde. De maan was in zijn eerste kwartier en hield het al snel voor gezien.
Langs het Gooimeer lag een fietspad straks langs het water, op zich geen probleem, maar ik kwam in bombardementen terecht van allerlei vliegend materiaal, zoals muggen. Op gegeven moment ben ik maar op de 60 km weg boven op de dijk gaan fietsen. Dat scheelde een hoop en auto’s reden er toch niet meer, want het was reeds na middernacht. Bij een watersport centrum met wat hotels heb ik weer even een break gehouden om wat te eten en te drinken. Verder maar even extra verlichting gemonteerd op de fiets. Dat laatste was niet overbodig, want het laatste deel door Flevoland was een slingerend fietspad door de bossen. Het was er aardedonker.
Ik verliet Flevoland ter hoogte van Nijkerk en vervolgens ging het naar Garderen. Het werd hoog nodig tijd om weer wat te eten en drinken, inmiddels zat er al 70 km op van de 110. Terwijl ik midden in het dorp langs de kant sta te eten komt er een auto met een stel branieschoppers voorbij die het nodig vonden om veel lawaai te maken met getoeter, waarschijnlijk omdat ik er stond. Sorry Garderen dat jullie allemaal wakker zijn geworden door mijn fietstocht.
Na 80 km merk ik toch dat de vermoeidheid langzaam zijn kop op begint te steken met het nodige gegeeuw. Maar je moet wakker blijven, het is doodstil en aardedonker. Onderwijl probeer ik de sterrenbeelden te vinden tijdens een drinkpauze, de Grote Beer en Cassiopeia zijn snel gevonden evenals de zomerdriehoek met Wega, Deneb en Altair. Laag in het noordwesten staat Capella en de planeten Saturnus, Jupiter en Mars zijn inmiddels zichtbaar aan de oostelijk hemel. De maan is nu onder de horizon verdwenen.
Op de oude provinciale weg van Amersfoort naar Apeldoorn begin het inmiddels te heuvelen als ik Apeldoorn nader. Als ik de hoogste delen heb gehad gaat het met de nodige snelheid de westkant van Apeldoorn in. Op gegeven moment schrik ik mij rot, er staan 2 reeën op het fietspad, deze gasten schrikken net zo hard van mij. Ze staan even stil en zullen gedacht hebben wat doet die idioot midden in de nacht hier? Daarna stuiven ze weg.
Als ik Ugchelen voorbij ben kom ik op een fietspad terecht wat ik herken van lang geleden, tijdens een tocht ergens in 1996 ben ik hier geweest, daarna nooit weer. Ik vond dit destijds wel een mooi pad, maar heb het nooit meer terug gevonden. Even verder vlakbij Beekbergen kwam ik even in laaghangende mist terecht, je vraagt je af hoe dit kan met al die droogte, want 2022 gaat aardig het droge trio 2018, 2019 en 2020 achterna.
Na Beekbergen was het aftellen Langs Loenen, Eerbeek, Laag Soeren naar Dieren. Om 4 uur was ik weer thuis met iets meer dan 110 km op de teller.
Al met al is het niet tegengevallen een nacht doorfietsen, maar overdag werd het zwaar. Ik heb van half 5 tot 8 uur geslapen en heb daarna nog 6 uur gewerkt. De volgende avond ben ik maar om half 9 naar bed gegaan om bij te slapen.